los pueblos despoblados

Baguëste (1270m) is het eerste van een reeks ontvolkte dorpen die we zaterdag doorkruisten, gelegen op een terp tussen de río Balcés en de río Mascún, in hun bedďing stonden watermolens om graan te malen. De romaanse kerk is aan San Salvador gewijd, midden 12e eeuw. Na het werk op het land en met het vee maakten de mensen ook nog lepels en vorken uit buxushout. De ontvolking gebeurde in de jaren 60.

Het volgende is Letosa (1020m) op een kam boven de Mascún. Het dorp behoort tot de gemeente Rodellar en bestaat sinds de 15e eeuw. De kerk van San Urbez is pas in de 17e eeuw opgetrokken. De staat kocht het hele dorp op in 1964 om het te herbe-volken, wat mislukte. Dichtbij is de Saltador de las Llanas waar sportievelingen aan de canyoning van de Mascún beginnen.

In Nasarre (1195m) staan nog redelijk wat met klimop overgroeide ruínes bijeen op een klein plateau boven de abrupte en spectaculaire cuencas (bassin) van de Alcanadre en de Mascún. De kerk van San Andres uit de 11e eeuw heeft een portaal en toren van 6ooj later maar werd in 1999 toch nog gerestaureerd om het kleinood te redden van de vergetelheid. Hier gebeurde de ontvolking al in de jaren 40.

Bara, dat in de jaren 70 is leeg gelopen, maakt deel uit van de gemeente Sabiñanigo en telt enkele 17e eeuwse herenhuizen en de 13e eeuwse kerk van San Pedro. Iedereen in deze regio van de Alcanadre en de Guatizalema (in Nocito) neemt enthousiast deel aan de romería van San Urbez, de refugio en ermita die buiten Nocito ligt, waar ik nu op moederkesdag 12 mei zit te bloggen aan de open  van camping Valle de Nocito, onder de witte top van de Guara.